Medicijn

Indicatie

Tirzepatide is geregistreerd voor volwassenen met DM2. Tirzepatide is geregistreerd: 

  • als monotherapie als metformine niet in aanmerking komt 
  • in combinatie met bloedglucoseverlagende middelen (SmPC, 2024)  

 

Tirzepatide is ook geregistreerd voor de behandeling van overgewicht en obesitas bij volwassenen. Wil je meer weten over tirzepatide bij obesitas? Lees dan de informatie over tirzepatide bij obesitas.  

Deze pagina gaat alleen over tirzepatide bij DM2.

Effectiviteit

De medicamenteuze behandeling van DM2 richt zich op regulering van de bloedglucosewaarden. Het doel van de behandeling is tweeledig. Het eerste doel is verminderen van eventuele klachten. Het tweede doel is voorkomen of vertragen van micro- en macrovasculaire complicaties en mortaliteit. De basis van de behandeling van DM2 is niet-medicamenteus (niet roken, voldoende lichaamsbeweging, afvallen bij BMI> 25 kg/m2 en gezonde voeding) (NHG, 2023). 

Wat is het effect op micro- en macrovasculaire complicaties en mortaliteit? 

Het effect van tirzepatide op micro- en macrovasculaire complicaties en mortaliteit is nog niet bekend.  

Tirzepatide lijkt op basis van een gepoolde analyse van de fase 2- en 3-studies het risico op cardiovasculaire gebeurtenissen niet te verhogen of verlagen (HR=0,88; 95%BI=0,61 tot 1,26) (Assessment report, 2022). Deze studies zijn echter niet opgezet om de cardiovasculaire effecten van tirzepatide aan te tonen. Het effect van tirzepatide op macrovasculaire complicaties en mortaliteit wordt nog onderzocht in de SURPASS-CVOT studie (Nicholls, 2024). 

Wat is het effect op het HbA1c

Tirzepatide verlaagt het HbA1c. Het effect van tirzepatide op het HbA1c is afhankelijk van de dosering: 

  • Tirzepatide 5 mg verlaagt het HbA1c met 20 tot 25 mmol/mol ten opzichte van de uitgangswaarde. 
  • Tirzepatide 10 mg verlaagt het HbA1c met 21 tot 28 mmol/mol ten opzichte van de uitgangswaarde. 
  • Tirzepatide 15 mg verlaagt het HbA1c met 23 tot 28 mmol/mol ten opzichte van de uitgangswaarde.   

 

In studies is tirzepatide qua HbA1c-verlaging superieur aan placebo, subcutaan semaglutide (1 mg), insuline glargine en insuline degludec (SmPC, 2024). 

Wat is het effect op het lichaamsgewicht? 

Tirzepatide verlaagt het lichaamsgewicht. De gewichtsafname is afhankelijk van de dosering en geldt voor een periode van 40 tot 52 weken:  

  • Tirzepatide 5 mg verlaagt het lichaamsgewicht met gemiddeld 6,2 tot 7,8 kg ten opzichte van de uitgangswaarde.
  • Tirzepatide 10 mg verlaagt het lichaamsgewicht met gemiddeld 7,8 tot 10,7 kg ten opzichte van de uitgangswaarde.
  • Tirzepatide 15 mg verlaagt het lichaamsgewicht met gemiddeld 9,5 tot 12,9 kg ten opzichte van de uitgangswaarde (SmPC, 2024). 

Veiligheid

Wat zijn belangrijke bijwerkingen? 

De meest voorkomende bijwerkingen van tirzepatide zijn gastro-intestinale klachten, zoals misselijkheid en diarree. Deze bijwerkingen komen bij meer dan 10% van de patiënten voor. Andere gastro-intestinale bijwerkingen, zoals buikpijn, braken en obstipatie komen bij 1 tot 10% van de patiënten voor. In studies stopte 3,0 tot 6,6% van de patiënten met tirzepatide vanwege gastro-intestinale bijwerkingen. De meeste gastro-intestinale bijwerkingen komen voor tijdens het opbouwen van de dosering. Daarna nemen ze af.  

Andere bijwerkingen van tirzepatide zijn onder andere: 

  • vermoeidheid 
  • reacties op de plaats van injectie 
  • verhoogde hartslag 

 

Deze bijwerkingen komen bij 1 tot 10% van de patiënten voor (SmPC, 2024).  

Hoe vaak komen hypoglykemieën voor? 

Tirzepatide veroorzaakt zelf geen hypoglykemieën, omdat het alleen werkt in aanwezigheid van verhoogde glucosewaarden. Gebruikt de patiënt tirzepatide in combinatie met een middel dat hypoglykemieën kan veroorzaken? Dan is de kans op hypoglykemieën wel groter.  

  • Gebruikt een patiënt ook een SU-derivaat? Dan krijgen patiënten gemiddeld 0,14 tot 0,16 klinisch relevante of ernstige hypoglykemieën per jaar.   
  • Gebruikt een patiënt ook insuline? Dan krijgen patiënten gemiddeld 0,43 tot 0,64 klinisch relevante of ernstige hypoglykemieën per jaar (SmPC, 2024). 
Wat is de langetermijnveiligheid? 

Er is een aantal zorgen over de langetermijnveiligheid: 

  • Pancreatitis en pancreascarcinoom. In sommige studies zijn GLP1-agonisten geassocieerd met een verhoogd risico op pancreatitis en pancreascarcinoom. Bij tirzepatide komt acute pancreatitis bij 0,1 tot 1% van de patiënten voor (SmPC, 2024). Wil je meer weten? Lees dan de uitgebreide informatie over pancreatitis en pancreascarcinoom bij GLP1-agonisten
  • Schildklieraandoeningen. In proefdierstudies veroorzaakte tirzepatide schildkliertumoren. De klinische relevantie van dit effect bij mensen is niet bekend.  
  • Retinopathie. Snelle verlaging van het HbA1c kan samenhangen met verslechtering van retinopathie. Patiënten met bestaande retinopathie waren daarom geëxcludeerd uit de klinische studies naar tirzepatide. De incidentie van diabetische retinopathie in de klinische studies was laag. De fabrikant blijft dit mogelijke risico monitoren (RMP, 2023).  

 

Tirzepatide valt onder de aanvullende monitoring. Het CBG verzoekt patiënten en zorgverleners extra alert te zijn op bijwerkingen en deze te melden (SmPC, 2024). 
 

Wat zijn belangrijke contra-indicaties en interacties? 

Er is geen ervaring met tirzepatide bij: 

  • voorgeschiedenis van pancreatitis 
  • diabetische retinopathie  
  • ernstige gastro-intestinale ziekte, zoals gastroparese 

 

Tirzepatide wordt bij patiënten met deze aandoeningen niet aangeraden.  

Patiënten met (een vermoeden van) pancreatitis moeten stoppen met tirzepatide. 

Tirzepatide vertraagt de maaglediging. De klinische relevantie hiervan lijkt beperkt. Er zijn geen relevante interacties met andere geneesmiddelen aangetoond (SmPC, 2024). 

Wat is het advies bij een verminderde nierfunctie? 

Bij patiënten met verminderde nierfunctie is aanpassing van de dosering van tirzepatide niet nodig. Ervaring met tirzepatide bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis en eindstadium nierfalen is beperkt. Bij deze patiënten is voorzichtigheid nodig (SmPC, 2024). 

Richtlijnen

De Nederlandse richtlijn voor de behandeling van DM2 maken onderscheid tussen patiënten met en zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten. Voor beide groepen geldt een ander medicamenteus stappenplan. 

Het stappenplan voor de hoog-risicopatiënten geldt alleen voor patiënten met DM2 die voldoen aan de volgende voorwaarden: 

  • niet-kwetsbaar 
  • levensverwachting > 5 jaar 
  • eGFR> 10 ml/min/1,73 m2 
  • zeer hoog risico op hart- en vaatziekten 
  • eerder doorgemaakte hart- en vaatziekten 
  • chronische nierschade met matig tot sterk verhoogd cardiovasculair risico 
  • hartfalen 

 

Bij deze patiënten gaat de voorkeur uit naar SGLT2-remmers, metformine en GLP1-agonisten.  

Voor alle andere patiënten geldt het stappenplan voor patiënten zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten. Bij deze patiënten gaat de voorkeur uit naar metformine, gliclazide en insuline (NHG, 2023). 

Tirzepatide was nog niet op de markt in Nederland toen deze richtlijn verscheen. 

Kosten en vergoeding

Wat zijn de kosten? 

Tirzepatide kost ongeveer € 3.100 tot € 5.600 per jaar (Z-index, 2024). Dat is duurder dan metformine, gliclazide, NPH-insuline, SGLT2-remmers en GLP1-agonisten

  • metformine kost ongeveer € 44 per jaar 
  • gliclazide kost ongeveer € 58 per jaar (tabletten 80 mg) of ongeveer € 73 per jaar (tabletten 30 mg)
  • NPH-insuline kost ongeveer € 70 per jaar voor 10 eenheden per dag 
  • SGLT2-remmers kosten ongeveer € 510 tot € 580 per jaar 
  • GLP1-agonisten kosten ongeveer € 1.000 tot € 1.500 per jaar (FK, 2024
Wat zijn de vergoedingsvoorwaarden? 

Niet alle patiënten met DM2 krijgen tirzepatide vergoed. Tirzepatide wordt vergoed voor patiënten met een BMI ≥ 30 kg/m2

  • in combinatie met metformine en een SU-derivaat 
  • in combinatie met optimaal getitreerd basaal insuline en metformine met of zonder SU-derivaat (VWS, 2024

 

Patiënten moeten een deel van de kosten zelf betalen. De fabrikant van tirzepatide heeft hiervoor een terugbetaalregeling (TBR, 2024).  

Aandachtspunten bij gebruik

Tirzepatide is alleen als subcutane injectie beschikbaar. Patiënten moeten tirzepatide eenmaal per week injecteren in de buik, bovenbeen of bovenarm. De toediening kan plaatsvinden op een willekeurig tijdstip en onafhankelijk van de maaltijden. 

De startdosering tirzepatide is 2,5 mg eenmaal per week. Na 4 weken moet de patiënt de dosering verhogen tot 5 mg per week. Zo nodig kan de patiënt de dosering elke 4 weken verder verhogen in stappen van 2,5 mg tot maximaal 15 mg per week. 

Gebruikt een patiënt tirzepatide in combinatie met een SU-derivaat of insuline? Dan kan het nodig zijn de dosis van het SU-derivaat of insuline te verlagen. Dit verlaagt de kans op hypoglykemieën  (SmPC, 2024). 

Incidenten met nieuwe geneesmiddelen? Meld deze bij Voorkomen Medicatie-Incidenten.  

Werkingsmechanisme

Tirzepatide is een agonist van zowel de GIP-receptor als de GLP1-receptor. Tirzepatide stimuleert de insulineafgifte en remt de glucagonafgifte. Ook vertraagt tirzepatide de maaglediging, vermindert het hongergevoel en verhoogt het verzadigingsgevoel (SmPC, 2024).

Toekomstige ontwikkelingen

De resultaten van de studie naar de cardiovasculaire effecten van tirzepatide bij DM2 worden in 2025 verwacht (Nicholls, 2024). 

Contact

Laatst gewijzigd op 12 november 2024

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.