MOVIE

In het kort

Deze MOVIE geeft een weergave van veranderingen in het relatief aantal gebruikers van GLP1-agonisten. De veranderingen zijn uitgedrukt per tweepositie postcodegebied over de periode van 2010 tot en met 2022.

Tijdlijn

De eerste GLP1-agonist is sinds 2007 op de markt. In de loop van de tijd zijn er meer GLP1-agonisten beschikbaar gekomen. Het gebruik van GLP1-agonisten nam na de marktintroductie sterk toe, maar stabiliseerde vanaf 2013 tot 2018. Het gebruik ligt in die jaren tussen de 1,6 en 1,7%. Vanaf 2019 is er een forse toename van het totale gebruik van GLP1-agonisten te zien. Sinds dat jaar krijgen patiënten met metformine en een SU-derivaat een GLP1-agonist ook vergoed bij een lagere BMI (≥ 30 kg/m2 in plaats van ≥ 35 kg/m2). Vanaf november 2021 hebben GLP1-agonisten in de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2021) ook een plaats gekregen bij patiënten met DM2 en een hoog risico op hart- en vaatziekten, hartfalen of chronische nierschade (stap 3) (NHG, 2021). In 2022 zien we een stijging van 159% in het gebruik in het eerste half jaar en 162% in het tweede half jaar. De verwachting is dat het gebruik van GLP1-agonisten de komende jaren verder zal toenemen, vanwege de meer prominente plek in de behandeling van DM2 en het beschikbaar komen van GLP1-agonisten voor de behandeling van overgewicht en obesitas.

Regionale verschillen

In drie regio’s is het gebruik van GLP1-agonisten in de tweede helft van 2022 > 12%. Dit zijn Bergen op Zoom, Roosendaal en Stadskanaal. In Hoorn en Doetinchem was het gebruik van GLP1-agonisten laag (< 5%). Het gebruik van GLP1-agonisten nam in 2022 het meeste toe in de regio Tiel, namelijk met 208%. Er zijn ook regio’s waar er een daling te zien is in het gebruik van GLP1-agonisten. De grootste daling was in Dokkum, met een afname van 13%.

Definities

Aantal gebruikers van GLP1-agonisten: aantal unieke gebruikers van GLP1-agonisten per half jaar per postcodegebied.

Aantal gebruikers van bloedglucoseverlagende middelen: aantal unieke gebruikers van bloedglucoseverlagende middelen exclusief insuline en liraglutide voor de indicatie obesitas per halfjaar per postcodegebied.

Per jaar is gekeken naar het aantal gebruikers in de eerste helft van dat jaar (januari tot en met juni).

Bronvermelding

Voor het maken van de kaarten is gebruik gemaakt van de databank van het Genees- en hulpmiddelen Informatie Project (GIPdatabank) van Zorginstituut Nederland. Deze databank bevat informatie over het gebruik van genees- en hulpmiddelen in Nederland. Het betreft informatie over middelen die extramuraal (d.w.z. buiten instellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen) zijn verstrekt en vergoed op grond van de Zorgverzekeringswet. Bijna alle zorgverzekeraars stellen deze informatie ter beschikking aan de GIPdatabank. De GIPdatabank doet een kwaliteitscontrole op deze gegevens en corrigeert deze zo nodig. Hierdoor ontstaan betrouwbare en representatieve databestanden over het hulp- en geneesmiddelengebruik. Bij de ramingsmethodiek voor het voorspellen van het ontbrekende deel, houdt Zorginstituut Nederland onder andere rekening met verschillen in de leeftijds- en geslachtsopbouw van de verzekerdenpopulatie.

Contact

Meer informatie

Laatst gewijzigd op 11 september 2023

Deze site maakt gebruik van cookies

Wij gebruiken cookies om informatie over het gebruik van onze website te verzamelen om de inhoud te verbeteren. Door hieronder op “accepteren“ te klikken stem je in met het plaatsen en gebruik van al onze cookies. Voor meer informatie verwijzen wij je naar ons cookiebeleid.