Nieuw onderzoek
Insuline degludec niet beter dan glargine 300 E/ml
In het kort
Insuline degludec 200 E/ml geeft evenveel symptomatische hypoglykemieën als insuline glargine 300 E/ml bij patiënten met een verhoogd risico op hypoglykemieën.
Insuline degludec 200 E/ml geeft evenveel symptomatische hypoglykemieën als insuline glargine 300 E/ml bij patiënten met een verhoogd risico op hypoglykemieën. Dat concluderen Philis-Tsimikas et al. in de CONCLUDE-studie.
Methode
Deze gerandomiseerde studie vergeleek insuline degludec 200 E/ml met insuline glargine 300 E/ml bij patiënten met DM2 die voorafgaand aan de studie al insuline gebruikten. De patiënten hadden ten minste één risicofactor voor hypoglykemieën, zoals een ernstige hypoglykemie in het voorgaande jaar. Halverwege de studie hebben de onderzoekers het protocol aangepast, vanwege problemen met de bloedglucosemeters in beide groepen. Na het verstrekken van nieuwe bloedglucosemeters is er een tweede onderhoudsperiode van 36 weken geïnitieerd.
Het primaire eindpunt was het aantal symptomatische hypoglykemieën. Dit was gedefinieerd als een ernstige hypoglykemie waarvoor hulp van derden nodig was, of een bevestigde hypoglykemie met symptomen (bloedglucose < 3,1 mmol/l). Secundaire eindpunten waren het aantal nachtelijke symptomatische hypoglykemieën (ernstig of bevestigd) tussen 0:01 en 05:59 uur en het aantal ernstige hypoglykemieën. Voor de statistische analyse maakten de onderzoekers gebruik van hiërarchisch testen. Als een test niet-significant was, dan waren de uitkomsten van eventuele volgende testen alleen hypothese-genererend en niet bewijzend van aard.
Resultaten
805 patiënten kregen insuline degludec 200 E/ml en 804 insuline glargine 300 E/ml. Van deze patiënten voltooide 91,2% de studie (inclusief de tweede onderhoudsperiode). Er was tijdens de tweede onderhoudsperiode geen verschil in risico op symptomatische hypoglykemieën tussen insuline degludec 200 E/ml en insuline glargine 300 E/ml (RR=0,88; 95%BI=0,73 tot 1,06). Het aantal symptomatische hypoglykemieën was respectievelijk 216,8 en 243,9 per 100 patiëntjaren. Het aantal nachtelijke hypoglykemieën en ernstige hypoglykemieën was lager met insuline degludec 200 E/ml. Omdat de primaire uitkomst niet-significant was, waren deze uitkomsten alleen hypothese-genererend.
Discussie
Insuline degludec 200 E/ml geeft evenveel symptomatische hypoglykemieën als insuline glargine 300 E/ml bij patiënten met DM2 en een verhoogd risico op hypoglykemieën. Een beperking van de studie is de tussentijdse protocolaanpassing, wat de interpretatie complex maakt. De integriteit van de studie bleef volgens de onderzoekers wel gehandhaafd, omdat slechts 1,6% (25 patiënten) zich terugtrok en niet deelnam aan de tweede onderhoudsperiode.
Belang voor de praktijk
In deze studie was het risico op symptomatische hypoglykemieën vergelijkbaar met insuline degludec 200 E/ml en insuline glargine 300 E/ml. Het aantal nachtelijke hypoglykemieën en ernstige hypoglykemieën is mogelijk lager met insuline degludec 200 E/ml, maar deze studie kan niet bevestigen of er werkelijk sprake is van een verschil. Bovendien is de vraag of een eventueel verschil klinische relevantie heeft voor de praktijk.
Beide insulines hebben niet de voorkeur volgens de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 (2018). Van deze middelen zijn geen duidelijke voordelen aangetoond ten opzichte van NPH-insuline en de andere langwerkende insulines (NHG, 2018).
Belangenverstrengeling
Deze studie is gefinancierd door NovoNordisk, de fabrikant van insuline degludec. Diverse auteurs hebben banden met farmaceutische bedrijven, waaronder NovoNordisk en Sanofi (fabrikant van insuline glargine 300 E/ml).
Bron
Philis-Tsimikas A et al. Risk of hypoglycaemia with insulin degludec versus insulin glargine U300 in insulin-treated patients with type 2 diabetes: the randomised, head-to-head CONCLUDE trial. Diabetologia. 27 januari 2020.
Laatst gewijzigd op 18 februari 2020